Miljoenen preiplanten per dag

Gemert is elk jaar de 'geboortegrond' van miljoenen preiplanten. Ze worden gekweekt door de broers Walter en Richard Biemans, die het bedrijf Biemans Plantenkwekerij BV van hun ouders overnamen. Wat komt er bij kijken om zulke aantallen kwalitatief goede planten af te zetten? Een gesprek met twee rasechte Brabantse ondernemers.


Familiebedrijf

Walter en Richard groeiden op tussen de groenten. Hun ouders begonnen ooit met het verbouwen van gewassen op 1 hectare land. Toen de broers oud genoeg waren, gingen ze meewerken in het bedrijf. Vijftien jaar geleden namen ze de onderneming echt over. Nu telen ze op zo'n 70 hectare vollegrond en 4 hectare glas, preiplanten, aardbeiplanten en andijvie. Ook telen ze vroege preiplanten in het Zuid Spaanse Motril.

Miljoenen preiplanten

De teelt van preiplanten duurt ongeveer 12 weken. De snelheid wordt mede bepaald door een combinatie van licht en temperatuur. De broers Biemans hebben, behalve hun percelen in Brabant, ook een locatie in het Spaanse Motril, op een uur rijden van Malaga. Daar wordt begin maart met 'het preiplantenseizoen' gestart door het uitleveren van de eerste planten. Biemans:"Vanaf het zaaien in december tot het begin van de oogst in maart, komen we elke 14 dagen daar om de teelt goed te begeleiden." Het Spaanse seizoen duurt tot half april. Dan zijn in Gemert de kasplanten groot genoeg om te plukken. Het plukken in de kas is handwerk en arbeidsintensief. Het is veel trager dan het machinale rooien buiten. 'In de kas kunnen we per dag zo'n 1 miljoen planten plukken. Buiten doen de rooiers er 200.000 per uur per rooier.' Al met al duizelingwekkende cijfers.

Van 25 mei tot 10 augustus zijn de planten buiten aan de beurt. Door de opkweek buiten en doordat er minder planten per m2 staan, zijn deze planten harder en steviger. Op een totaal perceel van 40 hectare gaan in het seizoen 3 tot 4 miljoen planten per dag naar de klanten. Hiervan gaat 40 tot 50% naar het buitenland. België en Frankrijk zijn de landen waar we de meeste groei vandaan halen. Brabant blijkt niet alleen goede zaaigrond, maar ook een goede afzetmarkt: '50% van onze afzet realiseren we in Nederland en dan met name in Zuidoost-Brabant,' aldus Walter.

Spreid je risico's

In hoeverre is er ruimte voor productontwikkeling? 'Risicospreiding is heel belangrijk,' vindt Walter Biemans. 'We adviseren onze klanten dan ook om voor verschillende planten te kiezen. Zo bouw je al een bepaalde zekerheid in.' Een van die nieuwe ontwikkelingen is de Spaanse seedling: een preiplant in een potje. Het planten hiervan is lastiger en vraagt meer arbeid. Dat weegt echter niet op tegen de voordelen. 'We zijn daar sinds kort echt mee aan de slag gegaan. Doordat de plant in het potje blijft, heeft het bij de weggroei een buffer aan de grond ter beschikking waardoor hij gemakkelijker start. Uiteindelijk kun je er een hogere opbrengst mee realiseren dan een gewone preiplant.' Spreiding doet Biemans zelf ook door naast preiplanten ook aardbeienplanten en andijvie te telen.

Een duidelijke taakverdeling

De broers hebben een duidelijke takenverdeling. Broer Richard houdt zich bezig met de teeltkant, Walter neemt de commercie voor zijn rekening. Het bedrijf heeft 6 ½ FTE in vaste dienst die zorgen voor de teelt, de verkoop en de administratie. Het productiewerk in het seizoen wordt door een team van pakweg twintig Poolse medewerkers verzorgd. 'Die mensen werven we zelf. Vaak zijn het mensen die elk jaar terugkomen,' vertelt Biemans. Ook de huisvesting verzorgen ze zelf. 'Sinds twee jaar doen wij het verlonen van deze medewerkers via payroll van AB Werkt. Onze medewerker op kantoor voert de gewerkte uren in het digitale systeem van Payroll en dat gaat heel goed.' Daarnaast werkte er enige tijd een parttime medewerker op kantoor waarvan AB Werkt de werving verzorgde.

Wie weet wat de toekomst brengt

Duidelijke toekomstplannen zijn er niet. 'Continuïteit staat voorop. Bedrijven zullen meer moeten gaan samenwerken. Daarnaast is plezier houden in het werk belangrijk. Ook voor het personeel,' vindt Walter. Hij kan het weten, want hij zit in de vakgroep Vollegrond van de ZLTO waar hij ook met het dossier opleidingen te maken heeft. 'Het is moeilijk om mensen gemotiveerd te krijgen om een opleiding te volgen. Terwijl dat wel nodig is om bij te kunnen blijven. Daar is zeker nog werk te verrichten.


Anderen lazen ook